Fre in Bolivia
Een vrijwilligersproject in de wolken van de wereld! De foto's vind je hier.
miércoles, septiembre 07, 2005
viernes, septiembre 02, 2005
De knappe en de druppels op de hete plaat.
In de volkse bruine kroeg “Los Amigos” zat ik samen met nog anderhalve man en een paardenkop gekluistert aan de toog. Onze blik was gericht op een oersaai politiekdebat dat de openbare zender uitzond.
“Tja, hoe komt het toch dat er in zo’n rijk bodemland als Bolivia zo veel armoede is onder de inheemse bevolking?” (volgens officiële cijfers leeft 70% onder de armoedegrens) Ik viel bijna ter plaatse van mijn kruk, niet omwille van de filosofische vraag doch wel om de schoonheid van diegene die ze mij stelde. Het gevaar dat ik al mijn aandacht aan haar vergooide was niet denkbeeldig, maar ik herstelde mij. Ik kuchtte terwijl ik niet verkouden was en met een nauwelijks hoorbare stem bracht ik de meest voor de hand liggende argumenten naar voren; het bar slechte onderwijs misschien, de 500-jaar Europeese onderdrukking, de corruptie, het machtsmisbruik, zwakke instellingen, gebrek aan verantwoordelijkheidsgevoel, de explosieve groei van de steden waar al geen werk is, burgerconflicten, buitenlandse multinationals die met de winsten gaan lopen,... Mezelf horend hoe negatief dit allemaal wel klonk voegde ik er onmiddellijk aan toe dat het niet allemaal kommer en kwel is in Bolivia. De prachtige natuur, de rijke Inca-geschiedenis, de dagelijkse zon die iedereen opwekt, de gastvrijheid, de waardigheid en prestatie van mensen die het uithouden met beperkte middelen en desondanks vitaal blijven, enzo voorts. Bolivia uitsluitend afschilderen als een probleemfactor heeft een fnuikend effect op hun zelfvertrouwen en zolang dat dit éénzijdig/cliché beeld van Bolivia in de media verschijnt zullen investeringen uitblijven.
De knappe meid in de fleur van haar leven pruttelde met haar charmante accent evenwel tegen. “Maar Bolivia ontvangt toch al tientallen jaren miljarden aan ontwikkelingshulp?” Ze, Hannelore kortweg Lore genoemd, sprak niet in de wij-vorm omdat, wat ik later zou vernemen, ze een Zwitsterse mooie op doorreis was. Alvorens ik deze krtische vraag enigszins kon beantwoorden, ik diende namelijk even te denken, schoot op een bank tegen de muur een grijsaard die met kromme handen zijn stok omklemde overeind uit zijn halve slaap. “Ach, wat wordt ermee gedaan! Daar zou ik verhalen over kunnen vertellen.” Alsof het over de oorlog ging. Langzaam en met zichtbare opwinding gaf hij de klassieke voorbeelden van mislukte en corrupte projecten. Hij verfoeide de ontwikkelingswerkers met hun vette salarissen en mooie bonussen die hun dure ‘fourwheel’ terreinwagen vanuit hun ommuurde riante villa naar hun bewaakte privegarage parkeerden van hun hyper-modern kantoor. Om daar dan van vergadering naar meeting naar congres te crossen en te verstikken in hun labyrint van afkortingen, statistieken, dikke studies en eigen jargon. Hij ratelde net zo mechanisch door als mijn opwindbare locomotiefje tijdens mijn kinderjaren dat zich door niemand liet afbrengen van z’n eigenzinnige route tussen de tafelpoten.
De schone Hannelore kortweg Lore merkte met haar kritische geest dan scherpzinnig op: “Oplossing: schaf die ontwikkelingshulp dan af want het brengt toch geen zoden aan de dijk?” Haar ogen dwongen me bijna haar te geloven maar de verborgen bolsjewick in mij kwam in opstand en ik stortte mij blindelings in een debat waarvan geen terugweg was. Ik vertelde enthousiast over mijn werk als vrijwilliger. Het succes van het project ¨Helping Hands¨ waar ex-straatjongeren en arme gasten opgevangen worden nadat ze de staatsinternaat moeten verlaten. Hoe ze begeleidt worden om hun studie en werk te combineren. Hoe we met het geld van de Gros (gemeentelijke ontwikkelingsraad van Meise) twee industriële naaimachienes hebben aangekocht om textiel te vervaardigen en met de opbrengsten hun schoolgelden gaan betalen. Hoe we hen helpen zonder er hulpverslaafden van te maken die lusteloos aan het donorinfuus bengelen. Hoe ik als coach van het vrouwenvoetbal team in een dorpje op de Altiplano de emancipatie van de vrouwen help bevorderen. Hoe ik bij Mendez Arcos via sportlessen en vertrouwenspelen hun zelfbeeld vergroot en via het organiseren en participeren aan sportactiviteiten en tornooien met andere college´s en instituten hun minderwaardigheidscomplex probeer te verminderen. Hoe ik in het verbeteringsgesticht via sport en spel aan agressiebeheersing doe alsook hen fair-play aanleer. Hoe het dankzij de ontwikkelingshulp is dat ik sportmateriaal kan aanschaffen en de sportveldjes kan verfraaien. Hoe jongeren uit jeugdhuis Meise het project steunen. Op zich allemaal niet spectaculair noch revolutionair. Tevens lopen sommige zaken anders dan verwacht. ´T is evenwel hard werken en geen romantische vakantie als je iets wil realizeren ... maar de voldoening is evenredig met de inspanning. (voor alle duidelijkheid: ik geniet hier ook intens van ´t land en beleef een geweldige tijd, dit terzijde gezegd hebbende). Uit de mislukte projecten moet je precies leren in plaats van het kind met het badwater weg te gooien en alle projecten en organisaties over dezelfde kam te scheren. Daarom moet goede, eerlijke en transparante hulpverlening blijven. Niet omdat Bolivia zielig is, niet uit schuldgevoel, niet omdat de hulpverlener het zo leuk vindt in het Zuiden, niet omdat 'het Westen' fout is. Wel omdat de wereld als geheel in al zijn diversiteit het mooiste en het beste is voor iedereen, en iedereen een waardige plaats verdient. Geen derde wereld maar één wereld! Er zijn dus wel degelijk veel projecten die een meerwaarde hebben maar in onze cynische sensatie-samenleving komen de mislukkingen helaas uitgebreider aanbod.
De korte stilte die na mijn woorden viel werd verbroken door een glimlach op het gezicht van Hannelore kortweg Lore en de cafébaas met zijn kolonelsnor en plat gezicht bood me spontaan een drankje aan. De temperamentvolle grijsaard daarentegen, die zo dubbelgevouwen was dat het twijfelachtig was of hoe hij ooit nog zou kunnen staan, bleef sceptisch en haalde vlijmscherp uit “Het zal de structurele kloof tussen Noord en Zuid niet oplossen!!!” Druppels op een hete plaat en tatatata zo ging de zeurkous met enige verbetenheid maar door. Tja, het tegendeel beweren zou inderdaad van veel pretentie en naïviteit getuigen maar die ambities heb nu ook weer niet. Ik ben maar een simpel vrijwilligerke. Onverwachts was het nu de knappe Hannelore kortweg Lore die verrasend uit de hoek kwam met een lang epistel aan kritische opmerkingen. Ze vroeg zich af of wij ,het rijke westen, écht wel willen helpen? Een mens vraagt zich soms rare dingen af op een avondje cafébezoek. Willen wij dat Bolivia en andere arme landen economisch even sterk worden? Als je ziet hoeveel schrik velen nu al hebben van de Chinezen omdat deze zich aan een razendsnel tempo aan het ontwikkelen zijn en ons op economisch/kennis gebied aan het voorbij snellen zijn. Willen wij onze supermatie van kenis, know-how en welvaart écht delen? Ach, we kunnen nog niet delen met onze zuiderse landgenoten dacht ik erbij. Willen wij meer betalen voor produkten met een rechtvaardige prijs (de wereldwinkels bestaan trouwens al)?. Ik voegde aan haar relaas toe dat er om de problemen op te lossen ook veel politieke wil nodig is; het afbreken van de Europeese landbouwsubsidies (subsidies waardoor er voedseloverschotten zijn die zwaar onder de marktprijs gedumpt worden en waartegen de hardwerkende lokale boeren niet kunnen concureren en met gevolg ten onder gaan) , het neerhalen van de handelsmuren (de hoge invoertaksen voor hun produkten) rondom fort Europa,... Maar wie kiest de politiekers. Verkiezingen genoeg! (ook in Bolivia trouwens maar dit helemaal ter zijde).
Ook de multinationals die met de winsten van het land gaan lopen en de bevolking uitbuit gaan niet helemaal vrijuit maar niettemin hebben wij ook hier degelijk wel een keuze om de produkten al dan niet te kopen of om aandelen van hen aan te schaffen. Let wel, ontwikkeling wordt niet alleen bereikt door de euro of dollar, dat doet de arme zelf. Maar dan moeten we die arme wel respecteren, ruimte, tijd en een toekomstperspectief geven. Want we weten intussen allemaal dat ontwikkelingssamenwerking meer is dan hulp, dat met name steun aan veranderingsprocessen en goed bestuur ook essentieel zijn.
Aan het einde van mijn latijn liet ik het gewoel achter mij en slofte naar buiten. De wind was opgestoken en het was beduidend koeler geworden. Ik bleef staan waar de stoep zou zijn als die er was en dacht aan de druppels op de gloeiende plaat zoals de grijsaard zei... druppels evenwel met een identiteit, een naam: o.a. Santos, Edilberto, Cleto, Telmo, Ronald, Abad, Humberto, Wilfredo, Carlos, Ramiro, David, Benigmo, Angel, Pablo, Gonzalo, Geronimo, Victor, Eudaldo, José Luis, Pillco, Eliseo, Germán, Milton, Jhonson, Ruben, Virgilio, Roger, Douglas, Juana, Daniële, Valerie, Mariebelle, Nayda, Mariesonne, Emely, Rosmerie, Fabiola, Marcia, Gustino, Sergio, Antonio, Bismar, Edwin, Reinaldo, Luis Bertrand, Franklin, Renato, ...
Lieve groetjes aan allen en volgende keer meer over ´den Bolivie´. Met o.a. een overzicht van de Boliviaanse toiletcultuur.
PS En de zwitserse droomvrouw Hannelore kortweg Lore die reisde door terwijl ik nog steeds dag in dag uit mijn andere dromen met véél plezier en voldoening aan het verwezenlijken ben.