miércoles, febrero 15, 2006

De laatste ditjes, de laatste datjes.

Betrapt!!! Mijn westerse gewoonte stak reeds stiekem de kop op. Ik had namelijk een “To-do-lijstje” met pijltjes, haastige krabbels en doorhalingen gemaakt die 2 bladzijden besloeg. Het was een mengeling van mensen die ik moest bellen, e-mails beantwoorden, dingen die nog moesten worden geregeld en gekocht en andere rimram. Het was een lijst als een kwaadaardig buitenaards wezen in een oude sciencefictionfilm. Hoe vaker je er een stuk van afhakte, hoe groter en agressiever het werd. Een jaar lang leefde ik op het zalige Zuid-Amerikaanse ritme en alvorens het continent te verlaten stort ik mijn al terug in ons absurd geloop van her naar der.
Hoe ik het ook wend of keer mijn laatste dagen La Paz zijn aangebroken. Vandaag de laatste keer door de stad dwalen, morgen iets langer blijven talmen bij het buurtwinkeltje en ondertussen overal afscheid nemen alsook padrino (peter) worden van Benjamin de kleine spruit van mijn kamaraad-schoenpoetser Babas.
Als ik het jaar langs ga alsof ik een video snel door spoel dan zie ik duizenden kilometers van tevredenheid. Des te meer dat er ééntje uitpikken een onbegonnen werk is. Het belangrijkste was echter dat ik dag in dag uit een grote droom verwezenlijkte. Dat is nu precies wat het leven zo boeiend maakt, de mogelijkheid een droom te verwezenlijken.
Als je hier een jaar bent, dan kan het niet anders dan dat je aan veel went. Een jaar zonder televisie, zelfs geen eeenvoudige zwart/wit versie, zonder boterham met Nutella noch GSM. Gemist? Helemaal niet! Een jaar met veel kippevel-momenten, vriendschap en zon. Waar je echter nooit aan went, of althans ik toch niet, is het pragende gevoel van ongelijkheid, onverschilligheid en armoede. En hoewel het rijke noorden haar best doet om de armoede in het Zuiden voor te stellen als iets natuurlijk, was het voor mijn verblijf in Bolivia onmogelijk om te wennen aan het beeld van mensen die slechts kunnen kiezen tussen twee soorten van niets.
Ik zou het nog kunnen hebben over de gelijkenissen en verschillen met België, over de prachtige natuur die mijn aandachtige oog en luisterende oor rijk beloonden, over mijn realisaties en mislukkingen, over de inheemse bevolking die in juni een leger vormden van kleine Davids die stenen slingerden naar de rijke Goliaths, over het schoonste, meest hilarische of frappanste moment, eindelijk eens over de boliviaanse vrouwen of over al de grandioze trips en uitzonderlijke activiteiten.
Doch dit alles, of toch een deel, heb reeds uitvoerig besproken in vorige berichten.
Ik zou ook iedereen , het zijn er heel veel, persoonlijk kunnen vermelden die ik dankbaar ben voor hulp (in allerlei vormen), reacties, e-mails van het thuisfront, gezever, post en vriendschap. Hopelijk is één algemene gracias voldoende. Maar dan wel een super-gemeende. Gracias. Ik wil ook iedereen bedanken die me in Bolivia geholpen heeft en me er thuis heeft laten voelen alsook diegene die het nederlands niet beheersen om dit te lezen wil ik toch bedanken omdat ik zoveel vriendelijkheid heb meegemaakt waar niets voor terug werd verwacht.
Hier afscheid nemen betekent natuurlijk ook terug naar België en naar vele van jullie gaan…ook wel meer dan een fijne gedachte.
En de toekomst? Todo es posible, nada es seguro (alles is mogelijk niets is zeker). Zo zie je, de Boliviaanse levensfilosofie is me dan toch een beetje in het bloed gekropen.
Eén ding is wel zeker, het proeft naar meer. Want qui a bu, boira.

Lieve groetjes uit Bolivië aan allen.- ´t z´n de leste zene !!!-

Ps 1. Nu nog twee weekjes door Peru reizen als toerist en dan zet ik op 28 februari om 18u40 terug voet op Belgische bodem.
Ps 2. …zal het hier allemaal wel een beetje missen…

miércoles, febrero 08, 2006

Fait divers uit Tarija.

Als je aan een Boliviaan de weg vraagt kan je er bijna prat op gaan dat hij je de verkeerde kant opstuurt. In Tarija, een fijn koloniaal stadje aan de grens met Argentinië op 22 busuren van La Paz, doen ze er nog een schepje bopvenop. Daar geeft de toeristische dienst een mooi geïlustreerde folder uit met de belangrijkste top-attracties van de streek. Ik ben de 40m lange watervallen nog steeds aan het zoeken indien ik de parkranger niet tegenkwam die er mij opwees dat deze zich in een ander gebied bevonden dan de folder aangaf. Gelukkige was het er zo mooi in het bos dat het een omweg meer dan waard was. De meest wonderbaarlijkste rotsformaties die zo door Dali konden zijn geformeerd sierden het landschap. En het krioelde er van de tjilpende vogels die over het riviertje vlogen dat zich om de groene bergen heen krulde.

Een andere Tarijaanse sport, zelfs een nationale, is deze van het afdingen. Een klassiek voorbeeld:
“Hola señor, hoeveel kost een taxiritje tot…” Met de willekeur waarmee een roulette balletje tot stilstand komt zegt hij dan steevast een veel te hoog bedrag.
“Whoow, geen sprake van dat ik u zoveel ga betalen voor zo´n kort ritje” Dit zeg ik dan gewoontegetrouw met een verbaasde blik alsof er net een vliegtuig door het dak van de auto was gevallen.
“Señior, dat kan toch niet zo duur. U denkt zeker dat ik een tourist ben.” Ondertussen kijk ik danig opvallend uit naar links en rechts zogezegd opzoek naar een andere taxi.
“Gisteren moest ik nog maar de helft betalen!!!” Deze laatste is mijn vroomste en meest gehanteerde leugen. Onderweg na het hardnekkig onderhandelen over een redelijke prijs waarin we ons beide konden vinden zegt dan plots de bestuurder: “Waar moet je juist weer zijn.” “Ah ginds, dat is wel 3 boliviano duurder daar ik dacht dat het ergens anders was” of “Ik heb een omweg moeten maken omdat er werken waren op de normale weg. Dat is dan 2 boliviano meer.” Wegewerken in Bolivia zijn bijna even surrealistisch als een vliegende lama maar dit terzijde. Proberen staat echter vrij doch naar zijn extra centen kan hij natuurlijk fluiten.
Nog een andere zeer typisch Tarijaans verschijnsel is: meisjes plagen om liefde te vragen. Deze van jongs af aan aangeleerde Don Juan-act gaat als volgt: Knappe jonge dames. A propos, 50% van de miss Bolivia´s komen uit deze streek. Het zijn metiezen, beeldschone mengelingen van de inheemse bevolking met westerlingen. Dus deze mooie verschijnsels paraderen tergend langzaam over de straten en de prachtige pleintjes. De jongemannen die sloom bij de kiosken rondhangen belonen hen met een breed scala aan hoorbare bewonderingen, knipoogjes, uitroepen, gefluit en zelfs –de oppperste hulde- met een waterballonen tractatie. Een seconde later hoor je gegil en gekrijs dat door merg en been gaat vanwege de dames die met de valse sérieux verontwaardig afdruipen als een soldaat in paradepas.
Op de bruisende terrasjes – neutral terrein – worden daarna al dan niet samen tot uilenstijd de treffers en missers besproken.
Ook de grond is er zeer vruchtbaar en vol met de geur die het in een saus goed zou doen. Tarija is namelijk het epicentrum van de wijngaarden van Bolivia. Daarentegen is er in de Andes en El Alto bitter weinig. Zelf god lijkt er afwezig, terwijl die bergen toch een stuk dichter bij de hemel liggen dan de rest van de wereld. De wijnboeren met hun cowboyhoeden hebben zo hun eigen traditionele sport hier ontwikkeld.
Als toevallige passant tijdens hun feestgedruis ergens op het platteland ter ere van één of andere beschermheilige van de wijn, waarvan de naam mij natuurlijk ontsnapt, was ik getuige van dit fenomeen. Wat was het heet die die lomme middag, je kon er een ei bakken op straatstenen als die er zouden zijn geweest.
Nadat ze al enkele flessen, zoniet vaten wijn en bier soldaat gemaakt hadden daagden ze elkaar uit voor een potje steen gooien. Verwijdert van elkaar door een achtal-meter maken ze elk een hoopje met aarde dat ze daarna besprenkelen met water of iets anders vloeibaar. Dan mikken ze, zo goed en kwaad ze nog kunnen en gooien met enige swung de steen naar het hoopje modder van de tegenstander. Blijft hij in het hoopje modder steken, inderdaad juist, dan hebben ze en punt gescoord. Met de nodige animo, luidkeelse discussies en gelach becommentarieëren ze dan elkaars worp.
Liever het ballongooien naar de meisjes ipv deze boliviaanse variant op petanque….ja, ik ook!!!

Hasta luego lieve lezertjes en volgende keer: “Mi ultimos palabras” (mijn laatste woordjes)