Helden en heldinnen.
Het was 18 uur en vroeg mij af of ook deze Boliviaanse vriend zijn reputatie van niet-punctueel te zijn bij onze afspraak hoog zou houden. Zwitserse uurwerken gebruiken ze hier namelijk nooit. Quasi-nonchalant schuifelde ik er in de volkse ‘colour locale’ wijk van El Alto onder de gewatteerde hemel dan maar wat rond. Iedere wagen die er passeerde toeterde er de godganse dag om aan te tonen dat ze eraan kwamen, erlangs wilden, of gewoon voor de lol.
Mijn blik viel op een groep schriel en magere wegwerkers van allerlei pluimage die zich aan de kant hadden opgesteld. Onderhen ook enkele vrouwen. Eentje ervan zag er stokoud uit. Zo oud dat zij volkomen kleurloos was. Zo oud dat alleen haar ogen zich duidelijk onderscheidden. Haar neus, kin, jukbeendeeren, voorhoofd en hals hadden in de met de steeds droger wordende huid, hun vorm verloren in een netwerk van plooien en rimpels.
In ruil voor een hongerloon en een uitputtend werkschema plaveiden ze het pad, dat zij een weg noemen, met kinderkopjes.
De half-blanke gebrilde opzichter schreeuwde zijn directieven en vitte met de air van een belangrijk leider. Wat er de laatste jaren aan afval in de rivieren is gegooid kon niet veel meer zijn geweest dan het vuil dat nu in woorden over hen werd uitgestort. De hufter zijn hoed stond achter op zijn hoofd alsof hij een gangster uit Chicago was en zijn donkere haren waren naar achteren getrokken in een paardenstaart. Deze zelfingenomen blaaskaak of eerder driftig klein kind kon echter niets aan het amateuristisch geklungel doen. Ze gleden als Laurel en Hardy alle kanten uit, vielen over elkaar en leken maar ternauwernood te ontsnappen aan vreselijke ongelukken.
Hoe kon het ook anders als ze op afgetrapte schoenen of blootvoets (veilgheidsschoenen???), gehuld in een combinatieloze lompensamenhangsel alsof ze net een winkel met achtstehandskleding hadden overvallen en de buit haastig hadden verdeeld (fluo-vesten en werkkledij???), handen met kloven en afgebrokkelde nagels (werkhandschoenen???) , bloothoofds onder de blakende zon (veiligheidshelm of pet???) sommigen geveld door reumatiek (ziekteverzekering???) en met museumgerei dat in een lamentabele toestand verkeerde (veiligheidsinspectie???) dienden te werken. Duidelijk dat niets aan hen deugde voor dit harde werk.
Hoe geraffineerd het verdringingsmechanisme dat ze in de loop der jaren hadden ontwikkeld ook functioneerde hun flets starende ogen boven hun waterzakken spraken boekdelen. Bij het invallen van de duister werd de keten van geploeter, vermoeidheid en honger verbroken...mañana....hetzelfde barre liedje doch met een nog meer geradbraakt lichaam.
Hoe dan ook de Bolivaanse vriend waarop ik wachtte kwam met een vertraging van een uurtje aanslenteren. Met een ondeugend lachje vertelde hij één of andere smoes. In de trant van: ´ Ik dacht dat jij telaat ging komen’ of ‘ Ik was mijn kamer aan het opruimen’ of beter nog ‘Het regende’ of ‘Ah jij bent er al!’ of ‘Mijn kleren waren aan het drogen’ of met een sereen gezicht ´Hora Boliviano, amigo’...
Helden van één dag waren ook de mindere voetbalgoden van de nationale Boliviaanse ploeg die de wereldploeg Brazillië met vedetten als Juninho, Adriano, Robinho ... in een aantrekkelijke wedstrijd een verdiend gelijkspel aansmeerden. Tja de Rode Duivels kunnen er heden alleen maar van dromen (en dan nog!!!). Misschien ook een stadium bouwen op een hoogte van 4000m. (en dan nog!!!)
Helden zijn ook een beetje de initiatiefnemers Dries, Foxy en Jappe van de Boliviaanse feesten en Willem van zijn soepavond in Jeugdhuis Knodde ten voordele van mijn projecten. Muchos gracias amigos. Ook ne merci aan het bestuur van het jeugdhuis en alle aanwezigen op die avonden. ’T Was al het jeugdhuis naar mijn hart en nu toonde het ook zijn groot hart.
En volgende keer eindelijk het lang verwachte verhaal in kleuren en geuren over mijn wc-ervaringen in Bolivië. Ciao.
1 Comments:
Tracht het hoofd boven water te houden, mijn beste. Na regen komt zonnenschijn.
Publicar un comentario
<< Home