jueves, agosto 18, 2005

Het foute pad.

In een ongeventileerde en slecht verlucht raamloos-kamertje met de naturlijke aroma´s van mest met een vleugje optrekkend vocht probeerde ik te slapen. Mijn beide handen konden er uitgestrekt de muren raken. Nee het was geen gevangeniscel doch het enige kamertje waar ik de nacht kon doorbrengen. Het vertrek was gelegen in een stadje juist over de grens van Peru met een onuitsprekende naam die ik vergeten ben. Het terug vinden is bijna onbegonnen werk daar geen enkele reisgids melding maakt van dit onbenullig authentiek stadje.
Veel huizen waren er nog niet af, metalen staven staken omhoog uit platte daken – er kunnen nog verdiepingen worden toegevoegd als het de familie beter gaat of als het aantal familieleden toeneemt-. Een andere voor de hand liggende reden voor deze lelijke bouwsels is dat er een serieuze belastingvermindering is voor huizen in constructie. Door de kieren waren binnen armtierige kamertjes te ontwaren.
In mijn uppie en als enige gringo in duizend jaar begaf ik mijn door het doolhof van straten – die naar de mensen zeggen met opzet kronkelig zijn om te verhinderen dat de duivel zich erin zou begeven – naar een restaurantje met een soort voedsel waarvan je je later nooit herinnert wat het eigenlijk was, maar goed ook!!!
Wie haalt het in zijn hoofd om hier te komen. Mijn hopeloze situatie misschien. Mijn visum was verlopen. Mijn contactpersoon kon mij niet helpen na foutieve informatie gegeven te hebben vooraf, de regels voor een gratis vrijwilligersvisum worden herschreven en dit kan naar Boliviaanse normen nog maanden/jaren duren, de Belgische ambassade stuurde mij op een nogal wreede manier wandelen, een werkvisum kost duiten vol geld, een papierwinkel van ginds tot België en uren/dagen wachten in allerlei rijen van administratieve diensten. De krant maakte er onlangs nog een rapport openbaar over ¨Bolivia heeft het meest bureaucratisch besuuringssysteem van Zuid-Amerika.¨ Verwonderd? Nee toch. Het beroep – ikwachtinderijvooriemandanders tegen een prijsje- heeft hier dan ook veel succes en helpt het werkloosheidspobleem bijna uit de wereld, allé dat is dan weer overdreven.
Soit, schoorvoetend betrad ik toen langsheen een horde militairen het kantoortje van de migratiedienst. Een koel stenen huis die een opknapbeurt goed kon gebruiken en waar zoals steeds niemand haast had. De kamer werd enkel verlicht door een smalle streep zonneschijn langs de rand van het raam en aan de muren hingen vergeelde posters.
De ambtenaar uitgedost in een zeegroen uniform, een snor als een streepjescode en een woekering van plukken verdord gras die uit zijn oren kwam keek met zijn schrandere bruine ogen op.
Met een komisch, acrobatisch gebarenspel en struikelnd over mijn woorden als een clown met schoenmaat 50 diste ik hem een verhaaltje op dat erop neer kwam dat ik een nieuwe stempel nodig had voor drie maanden (dat is het maximum)
Met een stem druipend van sarcasme antwoorde hij koel: “No!!!”, er was geen ruimte voor twijfel in dat duidelijk beheerste, éénlettergrepige woord. “Por favor, señor, por favor?” maar hij week zoals verwacht geen duimbreed en maakte een gebaar alsof hij fruitschillen weggooide. Een golf van onrust beving mij en mijn netelige situatie schoot weer als een bliksemflits door mijn hoofd;. geen visum, land uit.
In een wanhoopspoging, meer op het geluk vetrouwend dan op de ratio en met het gevoel dat mijn hart uit m´n lijf bonsde haalde ik zwijgend en behoedzaam enkele briefjes naar boven. Het enige dat nog ontbrak aan deze scène was aanzwelende, melodramatische achtergrondmuziek. Ondanks ik deze situatie in het misserabel kamertje de nacht voorheen enkel malen voor mij zag passeren bleef het onwennig . Gelukkig was ik uiterlijk de koelste gast van heel Bolivië op dat moment.
De ambtenaar dook erop zoals een zeearend landt op een bijzonder dikke vis en lachte met een geluid zo vet als foie gras. Zo simpel was het, de Zuid-Amerikaanse wijze van problemen oplossen!!! Het klinkt truttig maar met het immorele ervan heb ik het toch een beetje moeilijk want één van de kolossale problemen waarmee het land te kampen heeft is juist ´corruptie´, het woord is eruit . Ik troost mij met de (foute/goede) gedachte dat het doel (mijn vrijwilligersprojecten) de middelen heiligt. De kids sprongen alvast in mijn nek de dag nadien en hun ogen straalden. Daarmee kan ik leven.
De ambtenaar groette mij nog hartelijk met bijna een buiging à la Versailles terwijl ik mij glunderend zo snel mogelijk uit de voeten maakte alvorens hij zich zo bedenken.
Binnen drie maanden moet ik deze handeling waarschijnlijk aan een andere grenspost herhalen met de hoop dat ik dan niet in een échte cel zal belanden.

Ciao amigos,

viernes, agosto 05, 2005

Tuin Van Eden

Gezegend met een heerlijk zonnetje zwoegden we in the middle of nowhere over een steil kronkelend en winderig landweggetje. De wilde bloemen en het hoge gras wuifde tussen de stenen onder een Rafaël-blauwe lucht. Mijn zintuigen reageerden met ongekende intensitiet op iedere indruk want vorm, klank en kleur heersen hier oppermachtig.
Het neusje van de zalm was echter de top; een 360 graden panoramisch uitzicht over de vallei met zijn biljart groene scherpe bergkammen en rondvliegende grote vogels. Enigszins verbouwereerd bleef ik minuten lang staan staren naar dit feest voor het oog. In de verte het trotse profiel van het besneeuwde Andes-gebergte met daaronder gigantische heuvels bedekt met een kleurig lappendeken van terrasbouw-veldenen en in de diepte hoorde je het water ruisen van een kristalheldere beek.
Waar is dit oogverblindend plekje vragen jullie je nu naar alle waarschijnlijkheid af? Het is de aardige omgeving van Sorata, omschreven als de Tuin Van Eden door de eerste kolonisten. De hemel zonder dat je daarvoor dood hoeft te zijn!!! Het dorpje zelf heeft zijn goddelijke allures allang verloren en is niet veel meer dan een verzameling karakteristieke huizen met een aantal piepkleine winkels die al jaren geen lik verf hebben gehad. Welliswaar zijn er drie op toeristen gerichte Italiaanse restaurantjes. Het leven gaat er zijn beloop en niemend heeft haast . Zoals het groepje oude mannetjes, lijkend op schoppenboer, die knus op een bankje onder een sprietige boom zaten te kneuvelen of de jochies die op bloote voeten met een bal over de stoep dribbelden.
Genoeg lofzang want er is hellaas ook een addertje onder het gras die dit pareltje aan het omtoveren is tot een oord van verderf. De schuldige heet ¨vervuiling¨. Een huiveringwekkend rotzooi zonder weerga ligt er al verspreid in de greppels van het dorpje. Tja, het gros van de mensen heeft het met de paplepel ingegoten gekregen: weg-werpverpakking. Voor een vuilniswagen is er geen geld, steeds weer hetzelfde probleem, en voor velen beperkt het toekomstdenken zich tot het zorgen dat er ´s avonds brood op de plank is. Dat mijn Westers oog er zich mateloos aan ergerde is misschien arrogant voor iemand die uit één van de meest vervuilende gebieden van de wereld komt maar toch ...

Voorts is de zon hier nog dagelijks van de partij, strijdt de meisjes-voetbalploeg zaterdag voor de eerste plaats, leg ik buitenspel uit alsof het een filosofie is, zijn de exotische fruitschotels om je vingers af te likken, volg ik (tot mijn eigen grote verbazing!!!) salsa-lessen, beginnen mijn gebruinde armen eruit tezien als schoenleer en zijn hier bijna meer feesten dan dagen.
Het spectaculair en bijna faliekant kwatavontuur over de enorme wankelende en bultige stenen in het maanlandschap of eerder een Marlboro country omgeving zal ik jullie bij terugkomst eens met de nodige gebaren en bijhoorende geluiden vertellen.

Hasta luego,