jueves, marzo 31, 2005

De tocht van Oh! en Ah!

Klokslag om 2 uur ´s nachts maakte mijn medebegeleider Wilfredo me zachtjes waker. De slaap uit mijn ogen vrijvend hoorde ik op de achtergrond reeds het luidruchtig geroezemoes van de opgewonden kids. Snel enkele broodnodige spullen pakkend, niet meer dan een slaapzak, tadenborstel en een lunchpakket dat bestond uit een blik gemalen sardinnetjes van één of ander internationaal voedselprogramma, drie broodjes, drank en een lekstok. Binnen het half uur waren we: 8 gasten, Wilfredo en ikzelf vertrekkensklaar en dat is naar Boliviaanse maatstaven een unieke prestatie.
Klaar voor een trektocht over de paden die zijn aangelegd door de ingenieurs van de Tiwanaka-beschaving ten tijde dat de Romeinen in Europa hun kasseiwegen aan het leggen waren. Later is dit wegennet dat de Andes met het Amazonegebied verbindt overgenomen door de Inca´s (Incatrail)
Nadat we een uur door de straten van de stad stapten, waar geen schim te bespeuren viel, namen we een gammel busje (veel keus hadden we niet) dat ons om 6u30 aan de voet van de incatrail TAKESI afzette. Als olympische jonge veulens renden ze, niettegenstaande de pittige wind, de bergkam op alsof boven het eeuwige leven wachtte. Eerder uit niet beter kunnen en uitzonderlijke voorzichtigheid vanwege mijn kwetsuurgevoelig gestel dan uit verantwoordelijkheidszin bengelde ik samen met twee mindere berggeiten achteraan de groep.
De ochtendmistvlagen zweefden over de mystieke bergen en de schoonheid trof me onmiddellijk. Het bovenste randje van de zon kwam net boven de horrizon uit. De kleuren waren spectaculair en de hemel diepblauw boven een heldere, perzikkleurige horizon.
Bij het bereiken van de eerste van de vier toppen , een echte kuitenbijter, had ik reeds evenveel keer Oh! om de schoomheid als Ah! om de moeilijkheidsgraad geroepen. De lama´s keken nonchalant toe hoe we onze tocht over de kronkelpaden verder zetten. Sommige paden lagen er slechter bij dan het Bos Van Wallairs uit de wielerklassieker Parijs-Roubaix. Geleidelijk schakelde het landschap over in weelderig begroeide heuvels, planten met gele klokjes en ander fraais. Terwijl vanuit de bomen zangvogels elkaar toe riepen baden wij ons in een bergbeek die zich als een waterval van de rotsen stortte. Onvermijdelijk onstond er een spontaan watergevecht.
Onder de zonnehitte beleefde ik de afstand als een voetreis rond de wereld maar een glimp op de overvloedige pracht van de natuur gaf ne weer moed en deed me steeds reikhalzend uitkijken wat er achter de volgende bocht verscholen zat. De reden dat de inheemse bevolking "Pachamama" of "Moeder Aarde" aanbieden is me sinds die dag wel duidelijk.
Na elf uur stevig doorstappen bereikten we het poëtisch dorpje "Yanacahi" waarvan mijn herinnering en verbeelding nu al een loopje neemt met de werkelijkheid. Een plek waarvan je denkt: " Hier wil ik mijn oude dag wel doorkomen." Twee dagen verbleven we er al ravottend overdag en in tenten slapend ´s nachts.
Mogen duidelijk zijn dat de straatkinderen en ikzelf een zalig een vrolijk paasweekend beleefden.

PS Later las ik in de reisbijbel "Trotter" dat het een schitterende wandeltocht van twee of drie dagen is ... tja vandaar de pijn in mijn kuiten zeker?

jueves, marzo 24, 2005

Snobfilosofie

Een vraag die me meermaals gesteld wordt door (ex)-straatkinderen is de waarde van mijn spullen. Zo ook van Gustavo, 15 jaar en drager van kapotte schoenen "Federico, hoeveel kosten uw sportschoenen?" Gegeneerd doch eerlijk antwoord ik hem voorzichtig over de prijs. "En hoeveel dollar is dat dan?" Is dan steevast hun repliek.
In Belgie was ik geneigd om te zeggen dat geld niet gelukkig maakt, als ge maar blij zijt met alles wat je hebt en doet. Na mijn eerste weken Bolivia ben ik daar niet zo zeker meer van. Wat is rijk en arm en waar ligt de grens? Zie je zijn gelaatsuitdrukking al van Gustavo (15 jaar en drager van kapotte schoenen) wanneer ik zou zeggen: "Gustavo, weet je, geld is niet alles in het leven." Makkelijk gezegd zal hij dan denken maar dan lig je van ellende niet op straat bedelend om hooguit een aalmoes. Nee met deze snobfilosofie hoef je bij de kids niet aan te komen. Natuurlijk zijn hier ook rijken met terreinwagens en Italiaanse driedelige maatpakken die met afgewende blikken een Boliviano in de uitgestoken hoed werpen en dan door sjesen. Hoe dan ook deze jongeren/kinderen hopen op iets meer dan te overleven, dan de goot met zijn nefaste verleidingen en ellendige uitlaatgassen.
FUNDATION LA PAZ probeert deze straatjongeren via een programma dat bestaat uit vier fasen terug een toekomst te geven. In de derde fase werk ik er drie dagen in de week als een soort opvoeder. De eerste weken bestonden vooral uit observeren. De volgende uit het begeleiden van de mannen, stimuleren en motiveren bij hun school- en werkactiviteiten en het organiseren van allerlei creatieve , sportieve en educatieve activitieten. Door de financiële slagkracht via de GROS (gemeentelijke ontwikkelingsraad van Meise) en jeugdhuis Knodde kan ik er ook structurele veranderingen verrichten.
In de laatste fase van hun programma gaan de jongeren (nu 14 gasten) begeleid wonen. Op de bovenste verdieping van dat door houtworm aangevreten huis verblijf ik. Een leuke boel!!! Het bevindt zich in het centrum van de stad meer bepaald in de oude koloniale wijk. Een vergane oude glorie welliswaar.
De overige twee dagen zet ik me in als sportinstructor (lees: vooral voetbal) bij MENDEZ ARCOS. Dit is een tehuis waar ex-straatkinderen en weeskinderen verblijven en er tevens een vak als electricien of automechanieker kunnen aanleren. Ondanks het feit dat ik er hijgend als een bomma van negentig jaar bijloop is het een zaligheid om met deze enthousiaste jongeren te mogen werken.
Zie je ze hollen in groen/witte uitrusting (gracias Birgen en KFC Meise) achter een bal (gracias jeugdhuis Knodde) onder een wolkeloze hemel en helder zonlicht met hun eeuwig "Mendoza" lachje... toch nog een rijke gedachte he.

miércoles, marzo 16, 2005

La Paz, één grote markt

Hier volgen enkele eerste indrukken van de dienstdoende doch niet officiële hoofdstad van Bolivia. La Paz is feitelijk een gigantische canön omringd door bergen met besneeuwde toppen met de Illimani als kroon. Het is alsof deze berg waakt over de stad. Door de klimatologische omstandigheden wonen de rijken onderaan (3700m) en de armen helemaal bovenaan (4100m).
Het stadsbeeld wordt gekenmerkt door de duizende kraamtjes (indrukwekkend)waarbij de verkoopsters (vooral traditionele Cholitas met hun kleurrijke klederdracht)hun waar aanprijzen. En maar hopen dat de mensen hun stalletje of jutte zak uitkiezen. Een lot uit de loterij echter. Ieder gebied heeft zo zijn eigen specialiteit. Een straat met verfproducten, kappers, ... Daarnaast is er een gigantische zwarte markt in namaak die naar westerse normen spotgoedkoop is. Ik kan me maar niet van de indruk ontdoen dat de overhied weinig onderneemt om dit te beletten. La Paz is geen mooie en propere stad meer, al tonen de Spaanse overblijfsels dat het dit ooit wel geweest moet zijn. Het is op z´n minst een bruisende, levendige en fascinerende stad door de kleuren, de mensen en de geuren. Echter ook minder aangename geuren van uitlaatgaasen (katalysator wat is dat?) en urine.
De straten wekken de indruk dat de hele bevolking er steeds tegelijkkertijd rond loopt. Ook zijn er velen die moeten scharrelen en bedelen om hun dag te kunnen doorkomen. Jonge kinderen met bivakmutsen smeken om je schoenen te mogen poetsen en loslopende honden vechten een verbeten concurentieslag uit met de armen om de restantjes uit de vuinishoop.
Het afgedankte Amerikaanse wagenpark, bijna uitsluitend bestaande uit taxis en busjes, probeert in het waanzinnig chaotisch verkeer al toeterend doortekomen. Liever zij dan ik (al ben ik geen referentie!!!) Het verkeersreglement tevergeefs maar hier telt een eigen ontwikkelde wegcode onder de bestuurders waarbij je als voetganger geen rechten hebt. Ik probeer steeds met een Boliviaan mee te glippen want de straatoversteken is een levensgevaarlijke opdracht. Busjes stoppen waar je maar wilt op hun route daar bushaltes niet bestaan. Luidkeels roept er iemand vanuit zo´n busje naar de menigte op straat wat de route is want door de hoge graad van analfabetisme kunnen velen niet lezen wat erop de busjes staat. Het zal je beroep maar wezen een ganse dag, routeafroeper!
Een grappig zicht is ook dat sommige verkeerslichten manueel bediend worden door agenten (zal er een foto van proberen te nemen). Door de verwestering van de stad zijn er natuurlijk ook zeer veel gelijkenissen al is niet iedereen het hierover met mij eens.
Niettegenstaande de drukte en het gebrek aan groene plekjes hangt er een "a laise" sfeertje in de lucht die het aangenaam vertoeven(haha) maakt.

martes, marzo 15, 2005

Hop hop paardje in galop.

Zaterdag was ik klaar voor een nieuwe belevenis, ditmaal paardrijden. Sommige zullen nu hun wenkbrouwen serieus fronsen als ze dit lezen.
Net buiten de stad was "Range El Fuerte" de uitvalbasis van onze tocht door het gebergte naar een oude rotsormatie "Muela Del Diablo" (de duivelstand). Mijn geweldige kunde als paardrijder opgedaan twee jaar geleden in Het Wilde Westen (VS) met een soort muilezelachig beest (Star!) moest volstaan als ervaring. Ik veronderstelde dat deze trip toch gelijkaardig zou verlopen. Rustig dus. Welkom in Bolivia Frederik dacht ik wederom na de slechts twee minuten van spaanse instructies gekregen te hebben over hoe paardrijden. Met deze karige basisinformatie besteeg ik met een klein hartje het paard luisterend naar de naam My Way.
Gelukkig had ik mij goed ingesmeerd want ik bevond mij nu véél dichter bij de fel schijnende zon. Na een kwartiertje sukkelen waarbij "My way" meerdere malen om zijn as draaide begon het aardig te lukken. Het prachtige uitzicht van de in de kom gelegen stad La Paz maakte geleidelijk plaats voor een vruchtbaarder gebied. Na een uurtje paardrijden zeiden de letterlijke en figuurlijke cowboys dat we de tocht verder in galop zouden afleggen. Het strafste vanal is: het lukte wonderbaarlijk nog ook. Mijn achterste heeft het wel geweten.
Het was een intens gevoel om het paard in de hand te hebben. Minder heldhaftig ging het eraan toe bij het dalen en stijgen op de smalle rotsachtige padjes. Doch ook deze hindernissen kwam ik zonder kleerscheuren door.
Ik ben nog steeds geen paardenfluisteraar geworden maar het was wel genieten.
Na nog een welgesmaakte BBQ als afsluiter keerden we moe maar voldaan terug langs de rijke Zuidwijk en besefte ik maar al te goed dat niet iedereen hier evenveel kansen krijgt.

Ondertussen zijn mijn werkzaamheden met de straatkinderen gestart maar hierover volgende keer meer.

martes, marzo 08, 2005

The most dangerous road

Het weekje van rustig aandoen en acclimatiseren heb ik achter de rug. Tot op heden heb ik geen problemen ondervonden van de hoogte. Andere Westerlingen daarentegen hebben minder geluk en stappen hier hijgend als bospaarden door de stad want je moet weten dat een straatje om in La Paz al gauw een hoogte verschil betekent van 50 meter. Ik benut de eerste tijd vooral om te proberen aan de basisformaliteiten te voldoen (ambassade, migratiekantoor voor visum en contacten leggen voor mijn projecten) , de vervolgstap zit vrijwel voortdurend in mijn achterhoofd.

Eigenlijk ben ik er niet echt in geslaagd om het rustig aan te doen de eerste week. Ik kon de aanlokkelijke verleiding niet weerstaan en ben al gaan biken met drie andere vrijwilligsters. Echter niet zomaar gaan fietsen maar DE DOWNHILL gedaan. Deze afdaling is beter bekend als "de most dangerous road" of "the death road" (63 kilometers dalen met een hoogtevershil van 3550 meter) Ik kan jullie verzekeren dat het kicken was. De adrealine in mijn bloed steeg tot een ongekende hoogte. Prachtig weer (het is hier trouwens al enige tijd warm), duizelingwekkende afgronden, schitterende zichten en een prachtige natuur waren de andere ingrediënten die de tocht compleet maakten. De trip maakte de overgang van het Andes gebergte naar de Yoengas (een subtropisch dal/jungle). Op zijn Merckxiaans vloog ik naar beneden. Een kinderlijk geluk!!! Het eerste gedeelte van de afdaling bestond uit Boliviaanse macadam, het tweede gedeelte daarentegen was eerder een zandweg met steentjes, veel stof en hier en daar een watervalletje dat de weg overstak. Een emotie zonder grenzen en ik die al blij was met de molshoop tussen Sint-Alexius en Dauwe Egberghs.
Enkele foto's hiervan volgen weldra.

De politieke situatie is hier momenteel zeer instabiel. De lokale stakingen door de wijkcomites hebben plaats geruimd voor deze met een nationaal karakter. Voor het ogenblik is het allemaal zeer onduidelijk al stijgt de spanning onder de bevolking. De luchthaven en de toevoerswegen naar La Paz zijn ontoegankelijk gemaakt. Ondertussen heeft de president ook zijn ontslag al aangeboden en de komende uren zal duidelijk worden of het parlement dit zal aanvaarden.
Voor het overige kan ik jullie nog vertellen dat lama-vlees naar rund smaakt en een platic pot smelt op vuur.
Over het stadsleven, het bijna wetteloos verkeer, mijn verblijfplaats en de projecten zal ik de volgende keren berichten.
Adios amigos.

viernes, marzo 04, 2005

postadres

FREDERIK SEGAERT
CALLE COCHABAMBA 100
EDIFICIO JOSE SANTOS
2 d PISO / OFICINA 5
LA PAZ - BOLIVIA

en ikke weg ...

Daar stond ik dan op de lucthaven zoekend naar de vlucht richting Madrid om vervolgens via Lima (Peru) door te reizen naar mijn eindbestemming La Paz in Bolivia. Niettegenstaande de vele vraagtekens was ik innerlijk vrij rustig. Ik was er klaar voor.
Nen dikke kus en enkele knuffels aan het uitwuifcomite (merci om zo vroeg te komen) en ikke weg. Ik vatte deze reis aan in het gezelschap van Greet een andere vrijwilligster.
Aangekomen in Lima wachtte ons tientallen (om niet te zeggen honder) taxibestuurders ons op, whoooow, na veel gedrum zaten we uiteindelijk in een taxi die ons door de chaotische straten ( 8miljoen inwoners)van Lima voerden naar een hotel.
De vele raadgevingen en adviezen ten spijt was het een zeer vriendelijke heer, dankzij zijn tussenkomst kregen we zelfs 40 % korting op de (te dure) prijs in het hotel. Mijn achterdocht ebte weg en vertrouwen in de mensheid steeg.
De volgende ochtend met de bus richting La Paz (30uur bus) eerst nog een touristilleke en ikke terug weg. Na de schitterende woestijnen, het andesgebergte, de adembenemende panoramische zichten van de hoogvlakte, een mad-max achtige stad, het geweldige titicaca meer kwamen we aan de grens met Bolivia. Daar kwamen we voor een verdomd feit te staan nadat we onze stempels waren gaan halen bij het migratie en immigratiekantoor: DE BUS GING NIET MEER VERDER wegens de stakingen en blokkades tegen de regeringspolitiek in de arme voorstad van La Paz zijnde El Alto.
Daar stonden we dan mooi, amper begrijpend wat er gebeurde en geladen als een muilezel.
N a 4 uur wachten (ja, dat geduld heb ik verkregen door het werken met het loonprgramma Arno op het werk) besloten we samen met enkele andere Bolivianen om een klein busje te nemen. Dat het busje meer lawaai maakte dan een B-52 bommenwerper en het in België tien jaar geleden de technischkeuring niet zou doorstaan hebben namen we er maar bij. Ge kunt het u echt niet voorstellen. soit, wij dus met dertien anderen als sardinnetjes in dat busje met de bagage op het dak. Jawel mensen er was 1 koord rond de bagage!!! Dat de bestuurder onderweg een bord aanreed, het begon te gieten en we drie pasport controles passeerden maakte mijn gemoed er niet beter op. Aangekomen aan de blokkades (veelal bestaande uit vrouwen) konden we niet meer verder. (lap!) Alle dan maar tevoet met pak en zak als twee enige rijke blanke door de woedende en straatarme menigte. (een ideetje voor de vakbondsmensen die dit lezen voor de witte woede misschien)
Enfin na 2 km stappen kreeg een vrouw het erg benauwd. Dat ze last had van ademhalingsproblemen en hartkloppingen was geen verrassing gezien de spanning, inspanning en de hoogte (4100m). Een derde busje kwam ons ter hulp. Alles terug de bagage op het dak en ikke terug weg. Na vele omzwervingen door de straten, excuseer zandwegen met af en toe stenen zat er niets anders op dan terug te voet verer te gaan. De tijd tikte ondertussen verder en de zon ging gestaag onder wat wel een prachtig zicht opleverde van de lager gelegen stad la Paz maar mij op dat moment niet zoveel kon schelen. Uiteindelijk heeft een laaste busje ons naar onze eindbestemming gebracht met een vertraging van 13 uur. Met mijn tarzan-spaans had ik vernomen dat de mensen voor een nobele zaak streden. De wateraansluiting is er zo duur dat slechts 30% van de bevolking van El Alto zich dit kon permiteren. Wie ben ik dan om te klagen over dit ongemakje maar mijn Boliviaanse doop had ik wel gekregen.