De tocht van Oh! en Ah!
Klokslag om 2 uur ´s nachts maakte mijn medebegeleider Wilfredo me zachtjes waker. De slaap uit mijn ogen vrijvend hoorde ik op de achtergrond reeds het luidruchtig geroezemoes van de opgewonden kids. Snel enkele broodnodige spullen pakkend, niet meer dan een slaapzak, tadenborstel en een lunchpakket dat bestond uit een blik gemalen sardinnetjes van één of ander internationaal voedselprogramma, drie broodjes, drank en een lekstok. Binnen het half uur waren we: 8 gasten, Wilfredo en ikzelf vertrekkensklaar en dat is naar Boliviaanse maatstaven een unieke prestatie.
Klaar voor een trektocht over de paden die zijn aangelegd door de ingenieurs van de Tiwanaka-beschaving ten tijde dat de Romeinen in Europa hun kasseiwegen aan het leggen waren. Later is dit wegennet dat de Andes met het Amazonegebied verbindt overgenomen door de Inca´s (Incatrail)
Nadat we een uur door de straten van de stad stapten, waar geen schim te bespeuren viel, namen we een gammel busje (veel keus hadden we niet) dat ons om 6u30 aan de voet van de incatrail TAKESI afzette. Als olympische jonge veulens renden ze, niettegenstaande de pittige wind, de bergkam op alsof boven het eeuwige leven wachtte. Eerder uit niet beter kunnen en uitzonderlijke voorzichtigheid vanwege mijn kwetsuurgevoelig gestel dan uit verantwoordelijkheidszin bengelde ik samen met twee mindere berggeiten achteraan de groep.
De ochtendmistvlagen zweefden over de mystieke bergen en de schoonheid trof me onmiddellijk. Het bovenste randje van de zon kwam net boven de horrizon uit. De kleuren waren spectaculair en de hemel diepblauw boven een heldere, perzikkleurige horizon.
Bij het bereiken van de eerste van de vier toppen , een echte kuitenbijter, had ik reeds evenveel keer Oh! om de schoomheid als Ah! om de moeilijkheidsgraad geroepen. De lama´s keken nonchalant toe hoe we onze tocht over de kronkelpaden verder zetten. Sommige paden lagen er slechter bij dan het Bos Van Wallairs uit de wielerklassieker Parijs-Roubaix. Geleidelijk schakelde het landschap over in weelderig begroeide heuvels, planten met gele klokjes en ander fraais. Terwijl vanuit de bomen zangvogels elkaar toe riepen baden wij ons in een bergbeek die zich als een waterval van de rotsen stortte. Onvermijdelijk onstond er een spontaan watergevecht.
Onder de zonnehitte beleefde ik de afstand als een voetreis rond de wereld maar een glimp op de overvloedige pracht van de natuur gaf ne weer moed en deed me steeds reikhalzend uitkijken wat er achter de volgende bocht verscholen zat. De reden dat de inheemse bevolking "Pachamama" of "Moeder Aarde" aanbieden is me sinds die dag wel duidelijk.
Na elf uur stevig doorstappen bereikten we het poëtisch dorpje "Yanacahi" waarvan mijn herinnering en verbeelding nu al een loopje neemt met de werkelijkheid. Een plek waarvan je denkt: " Hier wil ik mijn oude dag wel doorkomen." Twee dagen verbleven we er al ravottend overdag en in tenten slapend ´s nachts.
Mogen duidelijk zijn dat de straatkinderen en ikzelf een zalig een vrolijk paasweekend beleefden.
PS Later las ik in de reisbijbel "Trotter" dat het een schitterende wandeltocht van twee of drie dagen is ... tja vandaar de pijn in mijn kuiten zeker?